dinsdag 5 april 2011

Gemeente Utrecht en thuiszorg wmo. vragen van de SP (Nicole van Gemert) dd 3 april 2011

met dank a an Nicole Gemert ? SP stad Utrecht

Bij deze mijn vragen over de wmo thuiszorg in de stad Utrecht.

Met vriendelijke groet,

Nicole van Gemert

Geachte dames en heren,

Hierbij SV 2011, nr. 46 van mevrouw drs. N.M. van Gemert inzake de thuiszorg.

Beantwoording svp zo spoedig mogelijk, doch advies met antwoord uiterlijk in de b&w vergadering van  26 april 2011.

Dit betekent het advies uiterlijk indienen bij SG op maandag 18 april 2011




SCHRIFTELIJKE VRAGEN
  46                                                           
Vragen van mevrouw drs. N.M. van Gemert
(ingekomen 3 april 2011)


Per 1 januari 2010 heeft de gemeente na aanbesteding aan vijf organisaties een gunning verleend voor het leveren van huishoudelijke thuiszorg, te weten Aveant, Thuiszorg Service Nederland (TSN), T-Zorg, Zorggarant Thuiszorg en Amant. Deze laatste Amersfoortse organisatie is per 1 januari 2010 overgenomen door TSN, waardoor er vanaf het begin feitelijk vier organisaties een gunning hadden.
Aveant is, na een eerdere fusie met Cascade en vervolgens met Zuwe Zorg, nu ook met Careyn gefuseerd. Careyn Zuwe Aveant behoort tot de grootste zorgorganisaties van ons land. Door fusies is Aveant verbonden met diverse zorgorganisaties en in Aveant Thuishulp BV via een joint venture met het schoonmaakbedrijf Facilicom.
Organisaties die tot 2010 een gunning van de gemeente hadden (Zuwe, Nedzorg, en Flexicare) zijn allen verbonden met Careyn Zuwe Aveant. Nedzorg heet nu Nedzorg Flex en is nu het flexbedrijf van Careyn. Flexicare bestaat uit meerdere aparte bedrijven. Flexicare Stad Utrecht levert flexibel personeel aan Aveant. Ook werkt Aveant met diverse onderaannemers en met uitzendbureaus.
Dit laatste doen ook andere door de gemeente aangewezen thuiszorgorganisaties zoals TSN.
De zorg staat onder grote druk door alle veranderingen, de aanbestedingen in de huishoudelijke zorg, bezuinigingen, nieuwe financieringssystemen (zorgzwaartebekostiging) en organisatorische veranderingen onder andere als gevolg van de fusie. Er heerst onder personeel en cliënten veel onrust over deze ontwikkelingen. De zorg voor de bewoners van verpleeghuizen heeft eronder te lijden. Dagbestedingen sluiten. En de thuiszorg, zowel de verpleging en verzorging als de huishoudelijke zorg, gaan steeds verder achteruit.  Er is onzekerheid over de toekomst. De arbeidsomstandigheden zijn zeer verslechterd.
1.      Deelt u mijn mening dat er zo langzamerhand geen touw meer is vast te knopen aan wie welke zorg onder welke voorwaarden verleent? Deelt het College tevens mijn mening dat het aanbesteden van de thuiszorg aan vier organisaties, met alle voorwaarden van dien,  een jaar later een wassen neus is?
2.      Is bij de gemeente bekend hoeveel en welke onderaannemers de huishoudelijke zorg leveren?
3.      Kan het college aangeven hoe erop wordt toegezien dat de afspraken uit de aanbestedingsprocedure worden nagekomen in het geval van fusies en onderaannemers? Is er voldoende toezicht op de kwaliteit van onderaannemers door hoofdaannemers? Zo ja, zijn er afspraken gemaakt over de te leveren kwaliteit en vindt er controle plaats op naleving ervan?
4.      De Inspectie voor de Gezondheidszorg  geeft aan dat het Kwaliteitsdocument voor verantwoorde hulp bij het huishouden onvoldoende door de gemeenten gebruikt wordt. Kan het College aangeven of het gebruik van het Kwaliteitsdocument voor verantwoorde hulp bij het huishouden verplicht wordt gesteld, ook in het geval van onderaannemers? Zo nee, bent u bereid het verplicht te stellen, zoals aangegeven in het bestek?

De indicaties voor de huishoudelijke zorg, waarvoor de gemeente verantwoordelijk is, worden meestal telefonisch afgedaan. Er zijn veel berichten over vermindering van uren huishoudelijke zorg en van toewijzing van niveau HHV1 in plaats van het gevraagde niveau HHV2. Communicatie over de indicatiestelling is moeilijk. Van een gesprek  ‘aan de keukentafel’ met de zorgvrager en bij de zorgvrager betrokken mensen is zelden sprake.



Veranderingen in indicatie hebben gevolgen voor de zorgontvanger, maar ook voor de zorgverleners. Roosters zijn gewijzigd, ze krijgen minder uren werk, maar meer werkdruk (hetzelfde werk in minder tijd). Werkbegeleiding en scholing ontbreken tegenwoordig nagenoeg geheel, waardoor de kwaliteit nog verder onder druk komt.
5.      Op welke wijze worden de rechten en arbeidsomstandigheden van medewerkers in de huishoudelijke zorg gewaarborgd?
6.      Kan het College aangeven hoe de kwaliteit en de indicatie van de thuiszorg wordt gecontroleerd?

Verder heeft de SP fractie nog enige vragen bij de afhandeling van de hulpvraag. Zo is een geval bekend van een vrouw die gevallen was en daarbij haar ribben had gebroken, waardoor ze alleen mocht liggen. Daarom had ze op korte termijn hulp nodig bij het huishouden, dit is ook bevestigd door haar huisarts.  De gemeente ging echter het hele indicatietraject door, waardoor het bijna een maand duurde voordat ze hulp kreeg. Op dat moment was ze voor een groot gedeelte al hersteld en was de hulp al bijna niet meer nodig. Haar huis is in deze periode behoorlijk vervuild.

7.      Kan het college naar aanleiding van dit en andere bij de SP bekende gevallen aangeven hoe het zit met hulp zonder indicatie bij spoedgevallen?
8.      Is het juist dat de huishoudelijke zorg stopt gedurende de weken dat een bezwaarprocedure loopt?
9.      Herinnert het College zich de door mij gestelde vragen (2010, nummer 46) over (her)indicaties? Zo ja, kan het College de wijzigingen aangeven in het aantal indicaties voor de thuiszorg die door de gemeente zelf worden gedaan?
10.  Kan het College  een overzicht geven van de resultaten van de herindicaties het afgelopen jaar? Wat zijn de gevolgen? Wat zijn de wijzigingen in uren geïndiceerde huishoudelijke hulp (bijvoorbeeld 3 uur per week wordt 2 uur per week) en in niveau van deze hulp (HHV2 wordt HHV1)? --- Kan de gemeente de indicatie wijzigen op basis van een telefoontje?